Je suf studeren op gortdroge, maar o zo nuttige etudes'. Dat is de standaardreactie
van pianisten - amateurs en profs - als je de naam Carl Czerny noemt. En meestal
trekken ze daarbij een vies gezicht, alsof het gaat om een fysieke afkeer. Niet zo
gek, omdat ze terugdenken aan de kramp in hun handen en vingers die bij velen optrad
na het eindeloos oefenen van Czerny's etudes.