Matthieu Idmtal

“ Ik vrees dat ik geen gouden truc heb.”


Voorwoord

Met veel trots presenteert PianoVrienden het eerste interview in een reeks die dieper ingaat op de levens, inzichten en inspiratiebronnen van enkele van de meest bijzondere pianisten van onze tijd. Deze serie is bedoeld om een intiem portret te schetsen van artiesten die niet alleen uitblinken in hun vak, maar ook uniek zijn in hun visie op muziek en het leven.
















We trappen deze serie af met Matthieu Idmtal, een van de beste, maar tegelijkertijd meest bescheiden pianisten van België. Zijn interpretaties getuigen van een diepe emotionele intelligentie en een zeldzame beheersing van het instrument. In dit interview delen we zijn reis, inspiratiebronnen en dromen. Laat je meevoeren door zijn verhaal.

Als tiener verslond ik alles wat ik kon beluisteren en bekijken. Op die leeftijd ben je erg ontvankelijk, en ik herinner me hoe bepaalde interviews van Horowitz of een opname uit de jaren 1920 mijn kijk op bepaalde werken voorgoed konden veranderen.

Achtergrond en beginjaren

Hoe ben je begonnen met pianospelen, en wat inspireerde je in je jonge jaren?

Toen ik drie was, verhuisden we naar een huis waar een achtergelaten oude buffetpiano stond. Die trok meteen mijn aandacht, met alle gevolgen van dien.

Ook hadden we destijds maar een handvol klassieke cd’s in huis, maar die ene met pianosonates van Mozart, gespeeld door Maria João Pires, heb ik als kind grijsgedraaid.

Op welke leeftijd besloot je dat je professioneel pianist wilde worden?

Een duidelijk ijkpunt is daar moeilijk voor te geven. Lange tijd wilde ik journalist worden en droomde ik zelfs even van een tenniscarrière. Maar in mijn tienerjaren kwam alles in een stroomversnelling. Het werd toen snel duidelijk dat pianist worden, en leven van en voor muziek, de droom was die ik moest najagen.

Wie waren je belangrijkste leraren of mentoren tijdens je muzikale opleiding?

Ik hou van Rubinstein, die ooit zei: "Mijn beste leraren zijn mijn opnames."

Concreet zijn er echter drie belangrijke figuren geweest, die ik als volgt indeel:

•  De docente uit mijn kinderjaren die de fundamenten legde: Frima Nakhimovitch.

•  De docente van mijn tienerjaren die me het grote repertoire liet ontdekken en me ook mentaal voorbereidde op een muzikale carrière: Maria Andreeva.

•  De docent van mijn periode aan het conservatorium, die mij op het allerhoogste niveau klaarstoomde voor wedstrijden en de concertpodia: Vitaly Samoshko.

Daarnaast hebben bepaalde ontmoetingen een minstens even grote invloed op me gehad. Ik las ooit dat Prokofiev meer had gehad aan een gesprek met Taneyev tijdens een treinrit dan aan zijn hele periode aan het conservatorium. Ook bij mij zijn er ontmoetingen en vriendschappen geweest die van doorslaggevende invloed waren. Zo gaf pianist Alessandro Deljavan me meermaals gouden raad. Zelfs pianisten die ik nooit persoonlijk ontmoette, voelen soms als mentoren.


















Hoe heeft je muzikale opvoeding je gevormd als pianist?

Er is een gemeenschappelijke deler bij mijn drie belangrijkste pianodocenten, en dat is de kern en de basiswaarden van de zogeheten Russische school. Deze algemene visie op muziek en pianospel heeft een grote invloed gehad op duizend-en-een zaken: toucher, frasering, repertoire, gebruik van gewicht, maar ook de benadering en visie op techniek. Het accent lag altijd sterk op klank en het imiteren van de menselijke stem aan de piano.

Carrière en prestaties

Wat beschouw je als je grootste muzikale mijlpaal tot nu toe?

Hij is inmiddels al een aantal jaren oud, maar de cd met de 12 Etudes, Op. 8 & 24 Preludes, Op. 11 van Alexander Scriabin is er één die ik nog steeds kan beluisteren zonder weg te willen duiken. Zowel de componist als diens werken op de cd hebben voor mij ook een grote persoonlijke betekenis.

Welke invloed hebben wedstrijden of competities gehad op je carrière?

Een relatief grote, of toch in een bepaalde periode van mijn leven. Mijn docent aan het conservatorium was zelf een echt wedstrijdbeest, en tussen de lijnen door begreep je als student met enige ambitie dat het hoorde om ook wedstrijden te doen. Dat heb ik zo een aantal jaren gedaan, met redelijk succes, tot ik er op een dag radicaal mee ben gestopt.

Wedstrijden zijn vaak een noodzakelijk kwaad en kunnen iemand een duidelijk doel bieden, of in het beste geval wat prijzengeld en naamsbekendheid opleveren. Maar er staat niets haakser op de kern van muziek dan een rangschikking in beter en best.





Hoe ga je om met zenuwen of stress vlak voor een optreden?

Ik vrees dat ik geen gouden truc heb. Ik heb wel wat dingetjes – noem het rituelen – voor een optreden, maar uiteindelijk horen zenuwen er gewoon bij. Er zijn periodes geweest waarin de stress te veel de bovenhand nam, maar ik denk dat regelmatig optreden en veel op het podium staan uiteindelijk de beste manieren zijn om daarmee om te gaan.

En, af en toe, de juiste instelling hebben. Het publiek is niet de vijand die vol ongeduld wacht om je eerste foute noot te kunnen afkeuren. Het zijn mensen die besloten hebben hun huis te verlaten om naar jouw concert te komen, die een fijne avond willen meemaken, en zelfs een kaartje hebben gekocht om jou te horen: dat doen ze alleen wanneer ze je goedgezind zijn. Iedereen wil er dus wat leuks van maken. Dat wordt soms vergeten door een pianist vol stress en opgelegde druk.

Heb je ooit tijdens een optreden iets onverwachts meegemaakt? Hoe heb je dat opgelost?


















Optreden en ervaring

Wat was je meest gedenkwaardige optreden, en wat maakte het zo bijzonder?

Er zijn er een paar: de eerste keer in Bozar, de eerste keer in Concertgebouw Brugge, de eerste keer met orkest. Dat zijn toch mijlpalen als jonge pianist. Maar ik herinner me ook intieme huisconcerten waar echt alles perfect leek te zitten: een zeldzaam gevoel van voldoening als optredend musicus.

Wat maakt een live-uitvoering voor jou speciaal in vergelijking met studio-opnames?

Beiden hebben hun voor- en nadelen. De magie en adrenaline van een live-uitvoering is onmogelijk na te bootsen in de studio. Het besef, zowel bij jezelf als bij het publiek, dat alles wat er gebeurt een eenmalige en unieke belevenis is, kan heel betoverend werken.

Anderzijds is bij een studio-opname het zoeken en blijven zoeken naar de perfecte omstandigheden, het knutselen en boetseren tot de bijna perfecte uitvoering, ook een bijzonder proces.

Ik heb vaak een heel helder beeld van hoe ik wil dat iets klinkt: in de studio kun je echt tot in de kleinste details naar dat ideaalbeeld zoeken.

Speel je liever solo, met orkest, of in een kamermuzieksetting? Waarom?

Ik prijs me gelukkig dat ik al deze dingen doe, in wisselende mate, en zou het eigenlijk niet anders willen. Het zijn drie heel verschillende ervaringen die elk een andere focus en werkwijze vragen, en juist dat maakt het zo verrijkend.

Ik denk aan vele dingen... Tijdens het spelen met mijn pianoduo-partner de slappe lach krijgen en daar minutenlang in blijven hangen. Een piano die niet vaststond en langzaam begon weg te rollen. Een concert beginnen door in te zetten met de vioolsonate van Grieg, terwijl de violiste inzette met de vioolsonate van Szymanowski.

Ergens aankomen en merken dat ik mijn concertschoenen vergeten was. Maar ook minder grappige momenten, zoals wanneer iemand tijdens mijn concert een flauwte kreeg.

Matthieu Idmtal

Welke muzikale tradities of invloeden hebben je stijl het meest beïnvloed?

Ik heb een zwak voor pianisten en opnames uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Ik denk dan spontaan aan iemand als Ignaz Friedman, maar ook aan Rachmaninov, Cortot, Hofmann, Moisewitsch en Ginzburg. Daarnaast inspireren violisten zoals Fritz Kreisler me. De charme, originaliteit en vrijheid die zij in hun spel leggen, beschouw ik als een grote levensles.

Welke projecten of samenwerkingen waren het meest leerzaam of inspirerend?

Ik ben al jaren artistiek directeur van de concertenserie 'Brussels Chopin Days' en heb door de jaren heen vele ontmoetingen gehad met diverse pianisten van het allerhoogste niveau. Een handvol daarvan hebben een blijvende indruk op me nagelaten. De inspiratie hoeft niet noodzakelijk te komen van wat ze aan de piano laten horen of zien, maar kan evengoed ontstaan tijdens een waardevol gesprek op restaurant na het concert.

Opleiding en techniek

Hoe heb je je techniek en muzikaliteit door de jaren heen verder ontwikkeld?

Ik kom uit een traditie waarin techniek en muzikaliteit geen twee aparte begrippen zijn. Technische moeilijkheden werden altijd muzikaal behandeld, en zo probeer ik het ook vandaag nog steeds te doen.

Uiteraard word ik vindingrijker en herken ik bepaalde problemen sneller. Maar uiteindelijk is elke hand anders, elk brein anders, en moet je zelf voortdurend op zoek naar wat werkt voor jou.

Ik herinner me ooit een interview van Horowitz waarin hij eigenlijk zei: "Ik heb het zelf ook maar moeten uitzoeken. De snelle noten moesten er op één of andere manier uitkomen; hoe, maakte niet uit, maar ze moesten er gewoon zijn."


Welke technische uitdagingen vond je het meest uitdagend, en hoe heb je ze overwonnen?

Toen ik jonger was, speelde ik met te veel spanning in mijn hand en pols. Daar is destijds eigenlijk te weinig aandacht aan besteed, en het heeft me enkele jaren gekost om dat op te lossen.


Wat beschouw je als de belangrijkste vaardigheid voor een klassieke pianist?

Authenticiteit. En verbeelding.

Hoe kijk je terug op je muzikale groei door de jaren heen?

Het moment dat ik langzaam maar zeker het juk van 'student zijn' achter me liet, en – om het met een cliché te zeggen – mezelf vond aan de piano, was één van de grootste en belangrijkste stappen in mijn muzikale pad tot nu toe.

Wat is volgens jou de rol van een klassieke pianist in de huidige muziekwereld?

Cynici zeggen soms: "Alsof klassieke muziek iets kan veranderen in een leven." Maar dat kan zeker, want het heeft mijn leven volledig veranderd.

Het zijn echter verre van eenvoudige tijden. Bij de beleving van klassieke muziek horen verinnerlijking, tijd en ruimte. Een sonate van Schubert die 40 minuten duurt staat haaks op de snelheid en oppervlakkigheid van de huidige maatschappij. Jongeren hebben het steeds moeilijker om zo lang onafgebroken te luisteren zonder afgeleid te raken.

Toch wil ik hoopvol blijven. Voor schoonheid en ontroering is altijd een plek, hoop ik.





Liefde, verdriet, verlies, hoop... de grote emoties van het leven zijn nergens zo troostend en diepgaand vertaald als in klassieke muziek.

Hoe blijf je jezelf technisch en artistiek uitdagen?

Alle werken, zelfs de zogenaamd eenvoudigere, hebben hun eigen moeilijkheden. Er ligt bij mij ook altijd wel íets nieuws op de plank. Dat kan een solowerk zijn, een werk met orkest of een stuk voor kamermuziek. Maar het studeren en het blijven ontdekken houdt nooit op.

Hoe ziet je dagelijkse oefenroutine eruit, en is die in de loop der tijd veranderd?

Die is zonder meer veranderd in de loop der tijd. Waar vroeger mijn oefensessies mijn agenda bepaalden, bepaalt nu mijn agenda mijn oefensessies. Dat wil zeggen wat ik studeer, wanneer ik studeer en voor hoe lang.

Het leven is voller en drukker geworden. Vergeleken met vroeger is het vaker moeten dan mogen. In die zin is de vrijheid om in alle rust en tijd te bepalen wat ik speel, veel kleiner geworden. Dat inzicht is niet altijd makkelijk om te aanvaarden, en de agenda beheren is ook een voortdurende evenwichtsoefening.

Repertoire en interpretatie

Welke componisten spreken je het meeste aan, en waarom?

Ik moet vaststellen dat ik steeds teruggrijp naar (post)romantische componisten: Chopin, Schumann, Grieg, Scriabin en Medtner. Hun muzikale taal sluit toch het dichtst aan bij mijn gevoelswereld.

Wat is je favoriete stuk om te spelen, en welke betekenis heeft het voor je?

Dat is een onmogelijke vraag. Het is een beetje als vragen wat mijn favoriete gerecht is. Hoeveel ik bijvoorbeeld ook mag houden van spaghetti bolognese, ik zou het nooit elke dag willen eten. Eén favoriet stuk heb ik dus niet; ik zou andere stukken altijd oneer aandoen.

Hoe kies je nieuw repertoire? Speel je ook werken die buiten je comfortzone liggen?

Ik heb het geluk veel kamermuziek te spelen met een paar boeiende muzikale partners. Repertoire kiezen gebeurt meestal in overleg. Soms is dat geven en nemen, en af en toe speel ik dus stukken die wat meer uit mijn comfortzone liggen. Solo hoef ik die kwelling niet.

Op zich is dat toch fantastisch aan dit beroep? Niemand kan je dwingen dit of dat te spelen. Glenn Gould heeft zijn hele muzikale leven en carrière quasi uitsluitend opgebouwd uit het spelen van Bach, en niemand had daar een probleem mee. Het pianorepertoire is zo gigantisch groot... waarom zou ik mezelf forceren om iets te studeren waar ik geen voeling mee heb? Mijn eerste criterium is steeds: word ik geraakt door deze muziek?

Inspiratie en visie

Wat betekent klassieke muziek voor jou, zowel persoonlijk als professioneel?

Ik heb van nature een creatief en bezig brein. Klassieke muziek is voor mij de manier geworden om met die creativiteit iets te doen. Het is mijn taal om me uit te drukken, de wereld iets te bieden, en mijn dagen te vullen met steeds nieuwe doelen en projecten. Ik denk dat het te vergelijken is met een schrijver die boeken schrijft of een schilder die schilderijen maakt. Die mensen hebben bijna geen keuze: dat boek moet er komen, dat schilderij moet gemaakt worden.

Hoe probeer je als pianist een emotionele verbinding met je publiek te maken?

Dat is nooit een rechtstreeks doel op zich. Ik kom uit een muzikale opvoeding waarin de muziek altijd op de voorgrond stond. Geen show, geen overbodige bewegingen, geen groot theater. Hoewel ik besef dat we in een visuele wereld leven waarin uiterlijkheden steeds belangrijker worden, wil ik blijven geloven in de pure kracht van muziek zelf. Geen theater bij Sokolov of Pletnev: alles in functie van de muziek. Toch voel je als publiek een emotionele verbondenheid met wat er op het podium gebeurt.

Wat hoop je dat mensen voelen of ervaren wanneer ze naar jouw spel luisteren?

Er zijn concerten geweest waar ik als toeschouwer geen pap meer kon zeggen, zo diep geraakt was ik. Ik hoop dat ik dat gevoel van transcendentie in mijn carrière aan een aantal mensen kan schenken. Maar het mag ook eenvoudiger: een moment van ontroering, vreugde of magie, al is het maar heel even, maakt mijn concert geslaagd.

Wat zijn je doelen of dromen voor de toekomst, als pianist en muzikant?

Ik geniet steeds meer van componeren, iets wat ik pas recentelijk heb toegelaten bij mezelf. Ik hoop daar verder in te groeien. Daarnaast wil ik nog opnames maken van muziek die me dierbaar is, en mijn concerten blijven gebruiken om me verder te ontwikkelen.

Welke boodschap wil je meegeven aan jonge pianisten of muziekliefhebbers?

Jonge pianisten wens ik de kracht en wijsheid om het verschil te zien tussen waardevolle raad en advies dat je beter negeert.

Aan muziekliefhebbers: blijf concerten bezoeken, cd’s kopen en jonge artiesten ondersteunen. Het is door jullie dat artiesten bestaansrecht hebben.

Afsluitend Woord

Met zijn diepgaande antwoorden en unieke perspectief heeft Matthieu Idmtal ons een intieme blik gegeven in de wereld van een pianist die leeft voor zijn kunst. Zijn visie herinnert ons aan de blijvende kracht van klassieke muziek en haar vermogen om ons te raken. PianoVrienden dankt Matthieu voor zijn openhartigheid en kijkt uit naar de volgende interviews in deze bijzondere reeks.

Hoe blijf je trouw aan de partituur en voeg je toch je eigen interpretatie toe?

Veel mensen dénken trouw te zijn aan de partituur, maar de schat aan informatie die erin staat is vaak veel groter dan men vermoedt. We kijken soms snel over bepaalde details heen.

Grootse componisten schreven grootse meesterwerken, en zulke composities zitten zo knap in elkaar dat je blijvend nieuwe dingen ziet en hoort. Maar de vraag is: hoe belangrijk is trouw zijn aan de partituur? Alle getuigenissen over Chopin laten zien dat hij vooral niet wilde dat iemand hem zou imiteren. In de opnames van Rachmaninov hoor je hem dingen doen die totaal het tegenovergestelde zijn van wat hij in de partituur schreef.

Een partituur is de belangrijkste bron die we hebben, maar muziek moet vooral tot leven komen. Ik experimenteer graag met dat heilige document: ik overdrijf dingen, zoek nieuwe stemmen, en ga soms tegen wat er staat in, om mijn eigen interpretatie te vormen. Mijn doel is altijd om het stuk en de componist in een zo goed mogelijk daglicht te stellen. Als dat betekent dat ik soms iets in de partituur moet negeren of wijzigen, dan is dat maar zo. Als we een perfecte, accurate partituur willen horen, kunnen we hem net zo goed laten uitvoeren door een computer.

Ik bestudeer een partituur dus ontzettend grondig, maar beschouw die als een vertrekpunt, niet als een eindpunt.

Zijn er componisten of stukken die je nog graag wilt spelen? Waarom?

Het zal voor velen als een verrassing klinken, maar ik hoop in de toekomst meer tijd te vinden voor Haydn en Schubert. Het is muziek waar ik denk veel mee te kunnen doen en waarin ik me graag verder zou willen verdiepen.

Redactie e-mailadres: 

info@pianovrienden.nl

Pianovrienden | 2024